Spring naar inhoud

Transportbedrijf Hooiveld

Piet Kaan en Henk Veenhof.

 

Bé Hooiveld is op 14 sept. 1934 geboren in Ide in de gemeente Vries en is al snel met zijn ouders naar Zuidlaren vertrokken waar zijn vader een transportbedrijf had. Eerst werd er door zijn vader  allerlei producten  met paard en wagen vervoerd maar na de oorlog  had hij een vrachtwagen(Margirus Deutz).

Na de lagere school ging hij naar de MULO in Zuidlaren en toevallig  kwam Baukje Rebbers uit Annen bij hem in de klas te zitten. Baukje kon goed leren en Bé kon goed afkijken. Na 1 jaar had Bé het wel gezien op de MULO en ging naar de Ambachtschool. Hij was veel liever met technische vakken bezig en kreeg  na zijn schooltijd werk bij zijn vader in het transportbedrijf.

Baukje was hij ondertussen nog niet vergeten want hij kreeg verkering met haar en tijdens hun verkeringstijd hoorde hij van Baukje dat de woning Zuidlaarderweg 56  vrij kwam. Commies Stadman, werkzaam bij de Rijksbelastingen huurde dit pand van Baukjes vader maar ging verhuizen.

Bé vroeg dan ook aan zijn toekomstige schoonvader om dit huis te mogen huren maar dan wel met dochter Baukje erbij.

Baukje was een dochter van timmerman Geert Rebbers, geb. 23-4-1897 te Zuidlaren en Aaltje Okken, geb. 2-1-1897 te Annen. Aaltje was een dochter van Albert Okken en Fenna Udding, die een kruidenierswinkel hadden aan de  Molenakkers 32/34).

Geert en Aaltje trouwden op 25 mei 1918 te Zuidlaren en kregen 2 dochters en een zoon.

Eén van de eerste huizen die Geert in 1926 heeft gebouwd en waar hij met Aaltje heeft gewoond  was aan De Wolden 31 waar later de familie Koopman een bakkerij heeft gehad.

Bé verwonderde zich er over dat op oude foto’s van de woning ook altijd een melkbus bij de weg stond maar zoals zovelen in die tijd werd er door Geert en Aaltje een varken vetgemest om geslacht te worden(een zwien in ’t hok). Door het varkensvoer werd ondermelk gedaan dat door de melkfabriek in Anloo afgeleverd werd in de melkbus.

In 1939 heeft hij naast hun woning aan De Wolden 33 opnieuw een huis voor zijn gezin gebouwd en hier zijn ze jarenlang blijven wonen.

 

 

Geert Rebbers was destijds een bekende timmerman/aannemer en heeft meerdere huizen gebouwd in Annen en hij kocht bij publieke verkopingen ook regelmatig huizen die hij daarna  verhuurde.

De boerderij aan de Zuidlaarderweg 50 van Egbert Ottens is in 1933 door Geert gekocht en jaren later afgebroken. In hetzelfde jaar werd door Geert de woning Zuidlaarderweg 56  gebouwd en verhuurd.

Op latere leeftijd is er door hem  in 1959 nog een woning naast Zuidlaarderweg 56 gebouwd waardoor hij en zijn vrouw tot aan hun dood naast hun dochter konden wonen.

 

Het is ooit eens voorgekomen dat de notaris bij een publieke verkoop wachtte tot Geert Rebbers binnen was want hij was altijd aanwezig bij publieke verkopen van huizen.

In de oorlog werden verschillende huizen door Geert gekocht en doorverkocht aan de familie Kromme uit Kloosterburen. Dit was een familie die hun vermogen door aankoop en verhuur van huizen probeerden te vermeerderen en Geert was de man die voor hun de huizen kocht. Verschillende huizen zijn later na de oorlog door Geert weer  teruggekocht.

Destijds werd de benodigde zand voor het maken van metselspecie nog per schep verrekend en dan stond er b.v. op de rekening:  80 schep zand verbruikt.

Om zich wat sneller te kunnen verplaatsen kocht Geert een brommer. Deze brommer raakte eens defect en  moest worden nagekeken.

Niet iedereen was even handig bij het herstellen van bromfietsen en ook nu bleek na herstel dat er een stangetje was achtergebleven. De monteur wist niet meer waar het stangetje vandaan kwam. De bromfiets reed goed maar het remmen was een groot probleem. Zonder stangetje viel er namelijk niets te remmen.

 

Bé Hooiveld begon net als zijn vader met één vrachtauto een transportbedrijf. Eerst hielp hij nog 1 dag in de week bij zijn vader met het vervoeren van vee uit deze regio naar de dinsdagmarkt in Groningen. Baukje had veel kantoorervaring en wist zich goed te redden met de administratie.

Na enkele maanden werd er een andere auto gekocht en begonnen ze al snel aardappelen en bieten te vervoeren en veel bomen uit de Staatsbossen.

Vervoer van bomen uit de bossen werd uiteindelijk  zijn grootste inkomstenbron. Het bedrijf breidde zich uit en jarenlang heeft hij 5 vrachtauto’s gehad. Eén auto was de langzaamste en werd dan ook Stoffel genoemd naar Stoffel de schildpad uit de fabeltjeskrant.

Jan Mulder, Jan Brands, Kees Schoonbeek en Roelof Dijkema  waren zijn vaste chauffeurs en  verder zijn  ook een broer van Bé en  Egbert Klinkhamer nog een tijdje bij hem in dienst geweest.

Het door enkele houthandelaren ingekochte hout uit onder meer de bossen van de familie Everts (Evertsbos) werd door hen naar verschillende adressen in het gehele land afgeleverd.

In het begin werden de bomen met een lier op de vrachtauto’s getakeld en later gebeurde dit met een kraan achter op de auto. Aan Stadsbezittingen Groningen werden door hen veel bomen afgeleverd. Deze werden op een bepaalde lengte gezaagd en gebruikt als beschoeiing langs de Groninger kanalen. Ook is er een tijd geweest dat er 3 vrachten bomen  per dag naar een grote houthandel in Harderwijk werden vervoerd.

Wanneer men dagelijks met vrachtauto’s bij de weg is, gebeuren er ook wel eens ongelukken. Zo is er eens iemand met een auto in een huis in Amersfoort gereden omdat de remmen weigerden. Gelukkig liep alles goed af maar de remmen van vrachtauto’s waren niet altijd even goed.

Ook gebeurde er een ongeluk tijdens het laden van bomen op de auto. Een boom viel uit de lier en raakte het hoofd van de chauffeur. Hij heeft nog een behoorlijke tijd in het ziekenhuis gelegen maar is gelukkig weer volledig hersteld.

In de winter was er soms te weinig werk en zijn vaste medewerkers hebben  nog een tijdje als bosarbeider in de bossen meegeholpen. Het voordeel was dat ze geen tijdelijk ontslag kregen.

Nadat hij bijna twintig jaar zijn transportonderneming had  gerund, kreeg Bé problemen met zijn gezondheid en stelde zijn vrouw Baukje voor om de zaak maar van de hand te doen.

Hun bedrijf  werd in 1979 verkocht en werd nu eigendom van mensen uit Amsterdam, die alles veel beter wisten en niet luisterden naar goede raad. Naast bomen werden  er nu ook pannen, stenen, enz. vervoerd maar na enkele jaren was er niets meer van het bedrijf over. De chauffeurs van Bé zagen de bui hangen en hebben al snel ander werk gezocht. Oliehandel Olijve uit Assen leverde altijd brandstof bij Hooiveld en  2 chauffeurs(Brands en Schoonbeek) konden hier werk krijgen en hebben nog jarenlang voor Olijve gereden.

 

Zo kwam Bé met meerdere mensen uit Annen in contact en hoorde hij vele verhalen. Hij luisterde eens naar iemand die geweldig konden overdrijven( een dikke snakkerd). Één van de buren  zei: “hol op man, het dampt je van de kop ov”.

In Annen hoorde hij ook vaak diverse bijnamen van de inwoners. Zo was er iemand die nogal  vaak zei: “wij hebben weer voor een dikke duizend verbouwd”. Deze kreeg dus als bijnaam “Dikke Doezend”.

Een liefhebber van paarden  kreeg al snel als bijnaam “Hoss” van de televisieserie “Bonanza”.

De uitbreiding  aan de Veldweg en Esakkers werd de “glazen stad” genoemd vanwege de grote ramen in de woningen.

Bé en Baukje verhuisden naar een bungalow in Schipborg en Bé begon een handel in tweedehands goederen, antiek, enz.  Ze reisden veel naar Duitsland en kochten hier allerlei goederen die onder meer op rommelmarkten werden verhandeld. Ook was Bé vaak met een detector op stap en haalde diverse munten, munitie enz. uit de grond.

Ondertussen is Baukje na een kort ziekbed 2 jaar geleden overleden en is Bé in een appartement in Zuidlaren gaan wonen.